Binnen de vereniging wordt een aantal financiële uitgangspunten gehanteerd, met name als het gaat om solvabiliteit en - daarvan afgeleid - het weerstandsvermogen. Het OMO beleid hiervoor is in 2014 herijkt.
De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen (inclusief voorzieningen) en het balanstotaal, en geeft daarmee informatie over de kredietwaardigheid van een organisatie.
Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen en de baten, en legt daarmee een verband tussen de omvang van het eigen vermogen en de bedrijfsvoering.
De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het resultaat en de totale baten. Voor deze indicator heeft de onderwijsinspectie aangegeven dat deze over een periode van drie jaar niet negatief mag zijn.
Binnen de vereniging wordt het liquiditeitsbeheer centraal uitgevoerd, om kosten en risico’s met betrekking tot de liquiditeiten te minimaliseren. De liquiditeit van een organisatie kan bepaald worden aan de hand van de current ratio.
De financiële buffer is al enige jaren geleden als onderdeel van de zogenaamde kapitalisatiefactor geïntroduceerd en brengt in beeld of een onderwijsinstelling onnodige reserves aanhoudt.
Om te kunnen beoordelen in hoeverre de vereniging in staat is te voldoen aan rente- en aflossingsverplichtingen op de aangegane lening heeft de BNG bank de debt service coverage ratio (DSCR) geïntroduceerd.
Inkoop zorgt ervoor dat een organisatie kan beschikken over die producten en diensten die een antwoord vormen op de (inkoop)vraag, tegen aantrekkelijke condities en geringe risico’s.
In 2016 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden om te komen tot een nieuwe overeenkomst voor de levering van gas. Gazprom Energy is de nieuwe leverancier vanaf 1 januari 2017.
Per 1 januari 2012 maakt Ons Middelbaar Onderwijs gebruik van de werkkostenregeling.